Voordat een behandelplan opgesteld kan worden, is het belangrijk te bepalen welk type kanker het dier heeft (typeren) en hoever de ziekte is gevorderd (stageren).
Het typeren van kanker
Om het type kanker te bepalen zullen er biopten afgenomen moeten worden die vervolgens naar een patholoog worden opgestuurd. Deze kijkt dan onder de microscoop welke soort kankercellen in het biopt aanwezig zijn.
Een biopt kan op verschillende manieren verkregen worden:
Dunne Naald Aspiratie Biopt (DNAB)
Bij een DNAB biopt wordt door middel van een injectiespuit en een dun naaldje cellen uit de verdachte massa opgezogen. Zit de massa in of onder de huid, dan kan dit eenvoudig door de bult beet te pakken. Mocht de massa bijvoorbeeld in de buikholte zitten, dan kunnen we onder echo begeleiding de bult in beeld krijgen en aanprikken. Het voordeel van een DNAB is dat het niet belastend is voor uw huisdier (vergelijk het met het geven van een vaccinatie). Tevens is er doordat we een zeer dun naaldje gebruiken minder tot geen kans dat de tumor uitzaait. In ongeveer 90% van de gevallen komt er een diagnose uit de DNAB. Omdat er alleen losse cellen worden opgezogen is het niet mogelijk de groeiwijze en weefselopbouw te beoordelen.
Om meer informatie te verkrijgen over het type en de mate van agressiviteit van de tumor is het soms nodig om kleine stukjes tumor in te sturen voor weefselonderzoek (histopathologie). We spreken dan over incisie- en excisiebiopten.
Incisiebiopt
Hierbij wordt een stukje weefsel van de tumor verwijderd en opgestuurd voor onderzoek.
Excisiebiopt
Hierbij wordt de gehele massa verwijderd en opgestuurd. Aan de hand van de uitslag wordt vervolgens bepaald of er nog een verdere behandeling noodzakelijk is.
Abklatchbiopt
Dit wordt toegepast bij een open tumor, met een glaasje wordt langs het kapotte weefsel gestreken zodat er cellen aanblijven zitten. Verder is het principe hetzelfde als bij de DNAB.
Het stageren van kanker
Nadat de diagnose kanker bij uw huisdier is gesteld, volgt het stageren om de uitgebreidheid vast te stellen. Hierbij wordt gekeken naar de omvang en lokalisatie van de tumor, de ingroei in nabijgelegen weefsel en eventuele uitzaaiingen (metastasen) naar andere delen in het lichaam zoals de lymfeklieren, longen en andere inwendige organen. De TNM-classificatie wordt hierbij gebruikt om het stadium waarin de kanker zich bevindt aan te duiden: T = tumorgrootte, N = betrokkenheid regionale lymfeklieren, M = aanwezigheid metastasen.
Om de uitbreiding van de tumor vast te stellen kunnen verschillende aanvullende onderzoeken noodzakelijk zijn, zoals bloedonderzoek, röntgenfoto’s, echografisch onderzoek, scopie en/of een CT-scan. Hierbij is het belangrijk te beseffen dat, ondanks de meest moderne onderzoektechnieken, het niet altijd mogelijk is om zeer kleine uitzaaiingen op te sporen.
Bovendien wordt er gekeken naar de aanwezigheid van eventuele paraneoplastische syndromen. Dit zijn bijkomende lichamelijke klachten die veroorzaakt kunnen worden door de tumor. Denk hierbij aan een te hoog calciumgehalte in het bloed of bloedarmoede. Tevens kijken we of uw dier geen aanwijzingen heeft voor andere ziektes die eventueel ernstiger zijn dan de tumor zelf, zoals diabetes en hart- of nierfalen.
Belang van diagnostiek
De diagnostiek fase kost tijd (en geld), echter is van groot belang om te bepalen wat de beste behandeling is voor het dier en om teleurstelling achteraf te vermijden. Zodra alle gegevens verzameld zijn, kunnen we de behandelopties voor uw dier met u bespreken. Wij bepalen samen met u wat voor uw huisdier en uw situatie de beste behandelingsmogelijkheid is. De kwaliteit van leven van het dier staat hierbij altijd voorop.
Column