BOS syndroom
Vrijwel alle kortsnuitige rassen hebben in meer of mindere mate moeilijkheden met ademhalen doordat er door de korte snuit te weinig ruimte is voor de inwendige structuren. Het BOS syndroom (Brachycephalic Obstructive Syndrome), ook wel BAS syndroom (Brachycephalic Airway Syndrome) genoemd, omvat de luchtwegafwijkingen die voorkomen bij de kortsnuitigen, waaronder vernauwde neusgaten en een te lang zacht gehemelte.
De dieren die lijden aan het BOS syndroom hebben een bemoeilijkte ademhaling en een verhoogd risico op problemen bij hitte, inspanning en stress. De symptomen variëren van mild tot ernstig. Het BOS syndroom kan de kwaliteit van leven behoorlijk tenietdoen. Voor veel dieren kan operatief ingrijpen een groot verschil maken. Bij voorkeur tijdens het eerste levensjaar om eventuele blijvende schade aan het lichaam te voorkomen.
Operatie BOS syndroom
Door de jaren heen zijn er in onze praktijk vele honden lijdend aan het BOS syndroom geopereerd. Bij de meeste dieren gaf dit een duidelijke verbetering: de dieren knappen vaak ontzettend op van de operatie en gaan een stuk vrolijker door het leven.
De dierenarts kan verlichting geven door middel van de volgende operaties:
- Het inkorten van het zachte gehemelte (geeft de meeste airflow winst)
- De neusgaten zodanig vergroten dat er een redelijke airflow via de neusgangen ontstaat
- De eventueel vergrootte keelamandelen (tonsillen) verwijderen
- De valse stembanden (sacculus laryngeale) doen verkleinen zodat de luchtstroom via de luchtpijp (trachea) vergroot wordt
- Eventueel de neusgangen (conchae) aanpassen voor een betere airflow
Inkorten van het zachte gehemelte
Bij kortschedelige rassen is de schedel door het fokken steeds meer verkort, met als gevolg dat de zachte delen zoals het gehemelte in verhouding te lang zijn. Het te lange zachte gehemelte bevindt zich voor de opening van de luchtpijp en hindert de luchtstroom. Hierdoor ontstaat een snurkend geluid. Ook kan het dier kokhalzen doordat het te lange gehemelte irritatie geeft in de keel. Het operatief inkorten van het zachte gehemelte kan drastische verbeteringen geven.
Verwijden van de neusgaten
Bij veel kortschedeligen veroorzaken de vernauwde neusgaten ademhalingsproblemen. Er kan sprake zijn van een snuivende ademhaling met soms wat vocht uit een of beide neusgaten. Tevens kunnen de dieren vaak verkouden zijn. De neusgaten kunnen operatief worden verwijd door een stukje van de neusvleugels te verwijderen.
Voor operatie
Na operatie
Voor operatie
Na operatie
Hypoplasie van de trachea
Het is te adviseren om via scopie de neus en luchtpijp (rhinoscopie en tracheoscopie) te beoordelen om hypoplasie van de trachea (= onderontwikkelde luchtpijp) uit te sluiten. Een te nauwe luchtpijp kan helaas operatief niet verholpen worden. Indien de hypoplasie van de trachea of larynx de limiterende factor is, blijft dit zo.
Aanvullend onderzoek
Naast de bemoeilijkte ademhaling, kan het BOS syndroom ook (mede)veroorzaker zijn van andere problemen zoals luchtweginfecties, slokdarmproblemen en maagproblemen. In sommige gevallen adviseren we een combinatie van onderzoek van de luchtwegen met onderzoek van slokdarm en maag.
Oogproblemen
Ten aanzien van de ogen zijn er enkele aandoeningen die het zicht direct of indirect kunnen verminderen. Bij onderstaand beschreven oogaandoeningen spelen vermoedelijk een erfelijke factor een rol, en dienen vermeld te worden naar de fokker toe.
Cherry-eye
In het geval van een cherry-eye puilt de traanklier die normaal achter het derde ooglid zit uit in de ooghoek van de hond. Er is een rode of roze zwelling zichtbaar in de ooghoek. Deze aandoening kan verdroging van het oog en lokale irritatie veroorzaken. Indien de leeftijd en conditie van het dier het toelaat is operatief ingrijpen een must, waarbij overhechting van de klier plaatsvindt.
Distichiasis
Bij distichiasis groeien extra haartjes op de ooglidrand van de hond. Deze haartjes kunnen irritatie geven aan het hoornvlies van het oog, waardoor veelvuldig knipperen, knijpen en tranenvloed kan optreden. De haartjes kunnen verwijderd worden met behulp van een elektrisch epileerapparaatje of chirurgisch. Soms zijn er meerdere pogingen nodig om alle distichiën te verwijderen. De distichiën kunnen in twee soorten voorkomen: zachte en harde haren, waarbij de laatst genoemde haren de meeste problemen veroorzaken.
Distichiasis en verstopte talgklier
Entropion
Het in meer of mindere mate naar binnen krullen van één of beide oogleden wordt entropion genoemd. Als de oogharen het hoornvlies raken, kan dit leiden tot beschadiging aan het hoornvlies. Entropion kan chirurgisch worden gecorrigeerd. Het is verstandig de correcties van de oogleden uit te voeren als de schedel is volgroeid en dat is bij de Franse en Engelse Bulldog op een leeftijd van 8-10 maanden. Heeft het jonge dier al ernstige verschijnselen dan is ‘tacken’ een optie. Hierbij wordt tijdelijk de stand van het ooglid gecorrigeerd.
Entropion
Staartproblemen
De nieuwe fokstandaard van de Engelse Bulldog is dat de staart zodoende gedragen moet worden dat een krulstaart, de zogenaamde varkensstaart, niet meer mag. Deze geeft namelijk vaak problemen bij het volgroeien van de pup en veroorzaakt ontstekingen onder de staart. De varkenstaart dient geopereerd te worden om het dier te ontlasten. De bedoeling is dat deze operatie zodanig wordt uitgevoerd dat de hond een kleine staart behoudt.
Ook bij de Franse Bulldog kunnen huidontstekingen onder de staart voorkomen, als gevolg van ingegroeide of te strakke staarten. Bij recidiverende huidontstekingen kan de staart operatief gecorrigeerd worden.
Keizersnede
Veel Engelse en Franse Bulldog teven kunnen moeilijk op de natuurlijke manier bevallen. Dit komt door de vorm van het bekken (lees geboortekanaal) van de teef in combinatie met de schedel- en borstomvang van de pup. In veel gevallen moet een sectio caesarea (keizersnede) plaatsvinden.